donderdag 20 augustus 2009

werk trip naar de Rupununi

Van 17 t/m 26 juli ben ik met 3 collega’s naar het zuiden van Guyana gegaan voor een “medical outreach”. De Amerikaanse ambassade regelde een trip en nodigde ons uit. Het was dezelfde regeling als in Mabaruma in april. Zij regelen en betalen ons vervoer, verblijf en maaltijden en wij geven gratis (lees)brillen en oogdruppels aan alle mensen die dat nodig hebben. Het is een geweldige samenwerking: wij hebben de mankracht en materialen en zij hebben geld ;-) Dat laatste ontbreekt nogal eens bij CCB.

Angela, refractionisten Melrose en Schimze en ik vlogen vrijdagochtend vroeg naar Lethem, een dorp in het zuiden op 2 uur vliegen vanaf Georgetown. Daar aangekomen zijn we meteen aan het werk gegaan in 2 kleine dorpjes. De Amerikanen waren met 2 jeeps naar het zuiden gereden en zorgden voor ons vervoer.

Zaterdag zijn we met 3 auto’s naar een dorp ver in de bergen gegaan. Het dorp is behoorlijk geisoleerd. Een deel van het jaar is het niet bereikbaar vanwege de regenval en de slechte wegen. Mensen gaan vaak naar Brazilie voor boodschappen omdat dat dichterbij is. Het dorp heeft een grote gezondheidskliniek en een school en heeft een populatie van ong. 1500 mensen. De tocht ernaar toe was een onvergetelijke: 4,5 uur over onverharde wegen, door rivieren, door modderpoelen en over afgronden. We kwamen een paar keer vast te zitten en moesten met kabels eruit getrokken worden. Gelukkig hadden we op de terugweg minder pech en kwamen we heelhuids thuis. Behalve ons 4-en kwamen ook een arts, verpleegkundige en 2 mensen die malariatesten deden mee.

Op zondag stond een ander dorp op het programma. Ik ben daar al eens eerder geweest en het was geweldig om terug te zijn. De dorpsmensen waren massaal gekomen en zorgden voor lunch. De Amerikanen zijn aan het einde van de dag terug gegaan en wij zijn in het dorp gebleven. Er is een gastverblijf midden in het regenwoud. De weg ernaar toe was een groot modderpad en we kregen het advies om onze bagage met een ossenwagen te vervoeren. Nou was er ook plek voor ons, dus bij beurten hebben we een rit op de ossenwagen gehad. Echt lachen: gekke eigenzinnige beesten en een pad vol kuilen, beekjes en vooral modder! Het gastverblijf is eenvoudig: geen stromend water, een generator die ’s avonds voor verlichting zorgt. De volgende ochtend hebben we een korte wandeling door het regenwoud gemaakt en we zijn lopend terug naar het dorp gegaan, een tocht van 3 uur. Daar werden we opgepikt door Shaun. Shaun heeft een 4x4 jeep die ons de rest van de reis heeft rondgereden. Dit deel was niet door de Amerikanen geregeld en wij hebben dus zelf gedaan. Dat betekende een auto huren en alle andere kosten zelf betalen. Gelukkig had Angela donaties gekregen van optiekzaken in Engeland en met dat geld hebben we de week kunnen betalen. Vervoer en verblijf is duur. Om een voorbeeld te geven: de huur van de auto was ruim 600 euro....De meeste gastverblijven gaven ons een flinke korting omdat we vrijwilligers werk deden. Maar toch, we hebben ruim 1200 euro in een week tijd uitgegeven.

Dinsdag en woensdag hebben we in klein dorp gewerkt. Er is alleen radiocontact mogelijk en de meeste klinieken houden zo onderling contact. Het dorp staat bekend om de kaaimannen in de rivier die langs het dorp stroomt. Nou heb ik er geeneen gezien, maar misschien is dat maar beter ook......

Donderdag reden we via een tocht van 3 uur naar een volgend dorp. Onderweg moest Shaun een minibus uit een ondergelopen greppel trekken. De weg stond gedeeltelijk onder water en dan zijn kuilen en gaten moeilijk te zien. We verbleven in een superdeluze resort, hetzelfde als waar mijn ouders en ik 3 jaar geleden ook verbleven. Om geld te besparen zijn we de volgende nacht naar het overheidsgasthuis gegaan omdat we daar gratis konden verblijven. Die dag hebben we de meeste mensen onderzocht: 100 in totaal.

Vrijdag trokken we verder naar het noorden, naar een dorp met een handvol inwoners, redelijk afgelegen en midden in een malariagebied. De toshao (dorpshoofd) zorgde voor lunch voor ons. Onze laatste 2 nachten brachten we in een prachtig gastverblijf door. Het wordt gerund door de lokale bevolking en is een grote bron van inkomsten voor het dorp. Hier werden we hartelijk ontvangen, heel goed verzorgd en de waardering was duidelijk merkbaar. Toen we wilden afrekenen boden ze ons het verblijf gratis aan.

We waren rond lunchtijd zaterdag middag klaar en toen zat ons werk erop. We hebben totaal 370 mensen gezien, een flink aantal oogafwijkingen opgespoord en heel veel brillen uitgedeeld.

Net als in Mabaruma hebben we een goede tijd gehad, veel lol gehad (ook met Shaun) en veel meegemaakt. Ik ben in dorpen geweest waar je anders niet zo snel naar toe zou gaan. Ondanks de lange dagen voelde het opnieuw aan als een vakantie. Eentje om niet te vergeten!

en verder:

· werden we in een slaapkamer begroet door een 10cm lange spin......

· spraken veel mensen geen Engels, maar alleen de stammentaal

· hebben de meeste klinieken geen toiletten maar een ouderwets buitenhuis

· hebben we apen en papagaaien gezien





























Geen opmerkingen: